In mijn vorige blog over angst heb ik uitgelegd dat we vaak bang zijn voor onze eigen gevoelens. Omdat we ons gevoel niet willen voelen (en het liefst ook de angst ervoor niet willen voelen), vluchten we ervoor. Iedereen heeft zo eigen vluchtmechanismen, ook wel afweermechanismen genoemd. We weren gevoelens en angst af op allerlei manieren.
Als je nu even stil staat bij jezelf...... heb je dan een idee hoe jij je gevoelens (en eventueel angst hiervoor) wegdrukt?
Ga je bijvoorbeeld snoepen of piekeren? Ga je jezelf verdoven met iets (alcohol, drugs of kalmerende medicatie) of ga je altijd maar door zonder pauze te nemen? Er zijn wel 100 manieren te verzinnen waarmee we kunnen weglopen van onze gevoelens. Het is echter niet altijd een vluchtmechanisme; als je bewust kiest om iets te doen, dan hoeft het geen afweer te zijn van een gevoel. Laat ik aan de hand van de afweer 'aanpassing' een voorbeeld geven.
Aanpassen hoeft geen afweer te zijn, als je daar heel bewust voor kiest. Met een voorbeeld wordt dit iets helderder: Jij en je partner willen naar de bioscoop en je partner wil naar een komische film en jij wilt naar een actiefilm. Nu kun je je natuurlijk aanpassen omdat je denkt dat je anders ruzie krijgt, maar dan is deze aanpassing een afweer a. omdat je vanuit angst (voor ruzie) kiest voor de aanpassing en b. omdat je niet wilt voelen dat je boos bent omdat de wens van je partner bijvoorbeeld (meestal) voorgaat.
Het is geen afweer als je je bijvoorbeeld aanpast omdat je partner de vorige keer mee is gegaan naar de film die jij had uitgekozen; in dat geval kun je denken 'de vorige keer is mijn partner met mij meegegaan naar de film van mijn keuze, dus dan is het wel zo eerlijk als ik nu mee ga naar de film die mijn partner heeft uitgekozen'. Dan pas je je wel aan, maar daar kies je dan heel bewust voor. Dan zul je er ook geen last van hebben dat je je hebt aangepast; aanpassing is nu geen afweer, maar een keuze.
Afweer dient altijd om angst of een ander gevoel niet te hoeven voelen. Nog een voorbeeld: Stel je wilt een nieuwe waterkoker kopen, maar je twijfelt tussen een waterkoker van 40 euro en een design waterkoker van rond de 100 euro. Als je er dan even heel bewust over gaat 'piekeren' en je afwegingen maakt, is dit 'gepieker' uiteraard geen afweer. Maar als je de hele dag piekert over die waterkoker en denkt dat je partner en je moeder het misschien wel veel te duur zouden vinden als je zou gaan voor die design waterkoker, dan wordt het een afweer. Je weert dan misschien wel een onderliggende boosheid af, omdat je het idee hebt dat je altijd maar op je geld moet letten of dat je niet zoveel zou moeten uitgeven, terwijl je zelf misschien wel vindt dat je die design waterkoker mag kopen van je spaargeld simpelweg omdat je er gewoon blij van wordt.
Wel is het goed om ook het 'verzet tegen de aanpassing' te gaan herkennen, als je daar last van hebt. In dat geval pas je je niet aan aan je moeder of je partner in de zin van 'bewaar je geld voor later' en koop je juist die dure waterkoker! Dit is een lastige omdat je dan zit te worstelen tussen aanpassing en verzet: aanpassen zou zijn om die dure waterkoker niet te kopen en verzet zou zijn om deze juist wél te kopen. Maar wat je dan zelf écht wilt, blijft misschien wel 'onbekend'. Want als je echt bij jezelf zou blijven, zou je misschien toch liever blijven sparen voor je échte droom (bijvoorbeeld een reis naar Japan). In dat geval zal je autonoom besluiten toch die goedkopere waterkoker te kopen.
Er is ook nog de afweer van een machteloze of hulpeloze opstelling. Deze herken je vaak niet bij jezelf, omdat je er dan echt 'in' zit. Je denkt dan bijvoorbeeld dat je iets niet kan of dat je het niet gaat redden, terwijl daar geen reële redenen voor zijn. In een volgende blog zal ik daar nog wat meer over vertellen.