Gedurende een aantal jaar heb ik autonomie-groepen mogen begeleiden. Daar kwam ik vaak het afweermechanisme (of vluchtmechanisme) tegen van een machteloze of hulpeloze opstelling. Mensen hebben dat van zichzelf vaak niet in de gaten, omdat ze op dat moment in de beleving zitten van 'machteloos zijn of hulpeloosheid'. Hoe ontstaat nu zo'n afweer van hulpeloosheid of machteloosheid is dan de vraag. En nog sterker kan de vraag opkomen hóe er van af te komen.
Als je als kind op jonge leeftijd ervaringen hebt, die je nog niet kan plaatsen of verwerken, die je niet kan begrijpen omdat je denkontwikkeling nog niet in het stadium zit dat je het kunt overzien, dan kan het zijn dat je tijdens nare ervaringen een daadwerkelijke machteloosheid ervaart of dat je jezelf echt als hulpeloos ervaart.
Stel je bent 5 jaar en een leerkracht op de basisschool wordt heel erg boos op je, omdat de leerkracht zegt dat deze veel te lang moet wachten op je als iedereen na de pauze weer naar binnen moet. Terwijl jij aan het spelen was op het schoolplein met kinderen uit een andere groep en niet in de gaten had dat je naar binnen werd geroepen. Als je dan bijvoorbeeld zegt "ik heb echt niet gehoord dat ik naar binnen moest komen" en je leerkracht zegt dan dat je beter moet opletten, dan kan het zijn dat je jezelf op dat moment als machteloos ervaart. Je hebt aangegeven hoe het komt dat je laat naar binnen komt en dan krijg je er nog een boze reactie overheen, in plaats dat de leerkracht even vraagt hoe dat dan kon gebeuren en jij serieus genomen wordt in het antwoord dat je geeft.
Kinderen van vijf jaar kunnen nog niet altijd overzien wat er nu precies gebeurt. Dus als de leerkracht zegt dat je beter had moeten opletten, dan kun je gaan denken dat het jouw schuld is dat je 'te' laat bent en dat je iets 'verkeerds' hebt gedaan (door het niet te horen). Als dit één keer gebeurt, dan kan het zijn dat je er niet zoveel last van hebt. Maar als dit vaker zou gebeuren, dan kan dit toch een (intrapsychisch) probleem worden.
Als je dan 30 jaar later van je baas een reprimande krijgt, dan kan het zijn dat je 'dicht slaat' en niets weet te zeggen. Het 'herinnert' je er (al of niet bewust) aan dat je niet op kunt boksen tegen een 'autoriteit' (c.q. de leerkracht). Van binnen denk je bijvoorbeeld 'ik sla dicht, ik kan hier niet tegen op, ik ben machteloos' (in het contact met je baas op je 35e jaar). Dit is op dat moment dan een afweer, omdat je feitelijk gezien niet machteloos bent. Je kunt je verweren, je kunt iets terug zeggen, omdat er niets mis is met je spraak- of taalvermogen. Terwijl je vroeger als 5-jarige daadwerkelijk machteloos was, is het nu op je 35e jaar een afweer geworden. Een afweer, waardoor je je boosheid (waarvoor je bang zult zijn) niet hoeft te voelen.
Het kan ook zijn dat je op een andere manier deze afweer ontwikkelt, bijvoorbeeld omdat je een ouder/opvoeder hebt die zich voortdurend opstelt als iemand die het niet weet, hulpeloos of machteloos is. Dan identificeer je je daarmee en ontwikkel je zelf ook een dergelijke afweer. Dus zo zou het bijvoorbeeld ook kunnen ontstaan.
Maar hoe kom je er nu weer van af, is dan de volgende vraag. Dat vraagt allereerst herkenning! Want pas als je ziet dat je het doet, kun je er iets aan veranderen. Dus de eerste weken hoef je er alleen maar op te letten of je misschien toch weer in de hulpeloosheid of machteloosheid bent geschoten. Dan denk je opeens 'oh, nu denk ik weer dat ik het niet kan' of 'nu heb ik weer het idee dat ik machteloos ben'... Als dat je vaak genoeg gaat opvallen, dan ga je je er vanzelf aan irriteren. En dan soms kun je opeens vanuit zo'n irritatie toch wat zeggen of je gaat voelen dat je weer in je kracht komt. Je krijgt weer contact met je gevoelens (in dit geval boosheid) en van daar uit kun je dan reageren. Dat voelt altijd beter.
Met dit verhaal hoop ik een beetje duidelijkheid te hebben gegeven. Mocht het niet helder zijn, ga niet aan jezelf twijfelen want er is nog véél meer over te vertellen. Geef aan wat niet helder is en wie weet vind je een antwoord in een volgende blog.